Over genetische screening van embryo’s
Er kampen nogal wat landen met een laag geboortecijfer. De Amerikaanse president Donald Trump ondertekende daarom in februari een decreet om ivf (reageerbuisbevruchting) toegankelijk te houden ‘want we willen meer baby’s’. Maar ivf wordt niet alleen gebruikt door stellen met vruchtbaarheidsproblemen: in sommige kringen lijkt het vooral een manier om de ‘best mogelijke’ kinderen te krijgen.
De afgelopen jaren is er vooral in de VS een omslag in het gebruik van ivf zichtbaar. Al geruime tijd is het mogelijk om embryo’s genetisch te testen. In eerste instantie was dat bedoeld voor families waarin ernstige genetische ziekten voorkomen die ontstaan door een foute versie van één gen. Dankzij ‘pre-implantatie genetische diagnostiek’ kunnen de ouders embryo’s selecteren zonder die aandoening. In Nederland is dit toegestaan voor een klein aantal erfelijke ziekten. Maar inmiddels bestaan er – vooral in de VS – commerciële aanbieders van een veel bredere genetische screening.
Intelligentie

In een drieluik gepubliceerd door de New York Times (zie hier deel 1, deel 2, deel 3) komt Noor Siddiqui aan het woord, de oprichter van het bedrijf Orchid dat genetische screening van embryo’s aanbiedt. Siddiqui begon dit bedrijf min of meer voor zichzelf. Haar moeder had een netvliesaandoening, veroorzaakt door één afwijkend gen, waardoor ze zo goed als blind werd – dat wilde Siddiqui haar kinderen besparen.
Maar de service van haar bedrijf gaat veel verder dan gericht zoeken naar dit soort ziekten. Net als enkele andere bedrijven test Orchid de embryo’s ook op bijvoorbeeld de te verwachten lengte of intelligentie, of het risico op overgewicht. Dit zijn eigenschappen die niet door één gen zijn bepaald, maar door een samenspel van verschillende genen: ze zijn ‘polygenetisch’. Bij zo’n polygenetische eigenschap kan genetische screening alleen aangeven of een embryo een grote of kleine kans heeft op bijvoorbeeld een abnormale lengte, of een zeer laag IQ.
Weinig genetische variatie
En er is kritiek op deze manier van testen. In juli 2021 verscheen in het medische tijdschrift New England Journal of Medicine (NEJM) een kritisch artikel over screening van embryo’s op polygenetische aandoeningen. Allereerst is er tussen embryo’s die afkomstig zijn van één ouderpaar doorgaans betrekkelijk weinig genetische variatie. De te verwachten ‘winst’ van embryoselectie op bijvoorbeeld lengte of IQ is daardoor klein. Verder gaan deze testen uit van ‘genetisch determinisme’, het idee dat de genen de belangrijkste factor zijn. Maar voor intelligentie of groei zijn goed onderwijs en goede voeding minstens zo belangrijk.

Een nieuwsbericht dat in september 2022 is gepubliceerd door het wetenschappelijke tijdschrift Nature stelt verder dat de risico-scores die uit polygenetische testen komen zijn gebaseerd op historische gegevens. Maar baby’s die nu geboren worden zullen in een andere wereld leven, met andere risicofactoren en andere mogelijkheden voor behandeling. Dat maakt de waarde van de risco-scores twijfelachtig, zeker voor ziekten die zich later in het leven openbaren.
Een vorm van eugenetica

Een ander probleem van het genetisch screenen van embryo’s is dat de lat wel heel erg hoog kan komen te liggen. Het bedrijf Genomic Prediction beschreef een echtpaar dat alle vijf de embryo’s die bij hun eerste ivf ronde ontstonden afwees, vanwege hun score. Uiteindelijk hebben zij 33 embryo’s laten testen, waarvan slechts enkele (hoeveel precies is niet bekend) zijn teruggeplaatst. De anti-abortus beweging in de VS stelt dan ook dat bij ivf inmiddels meer embryo’s worden vernietigd dan via abortus.
Verder kost ivf met genetische screening enkele duizenden euro’s per embryo. Dat zorgt voor ongelijkheid tussen paren die deze kosten wel en niet kunnen dragen. En het streven naar bepaalde ‘idealen’ via embryo-screening is natuurlijk een vorm van eugenetica, die tot allerlei uitwassen kan leiden.
Omvolking
Dat laatste lijkt misschien wat overdreven, maar de beweging die deze ontwikkelingen steunt bestaat voor een aanzienlijk deel uit ‘pronatalists’, mensen die het dalende geboortecijfer in veel landen ziet als een bedreiging voor de mensheid. Tech-pionier Elon Musk (zelf vader van ten minste 14 kinderen, de meesten via ivf) vindt het zelfs een grotere bedreiging dan klimaatverandering.

Deze ‘pronatalists’ hebben een duistere kant. Een belangrijke reden waarom een afnemend geboortecijfer als bedreigend wordt gezien is de angst voor ‘omvolking’ door immigratie en het vaak hogere geboortecijfer van onder recente immigranten. In de VS zijn er nogal wat ‘white supremacists’ gesignaleerd op bijeenkomsten van pronatalists.
Geen bewijs
Volgens Siddiqui gaat het haar vooral om de kwaliteit van de embryo’s. ‘Seks is voor de lol, ivf voor baby’s’, zegt zij in de New York Times. Ze heeft inmiddels 16 via ivf ontstane embryo’s van haarzelf laten testen op allerlei eigenschappen en aandoeningen, zoals de oogziekte van haar moeder. De mogelijke negatieve kanten van deze selectie, bijvoorbeeld dat haar eigen moeder vermoedelijk niet geboren zou zijn als de selectie die Orchid aanbiedt destijds was toegepast, wuift zij weg.
Is het zinvol om via ivf te kiezen voor de beste embryo’s? Dat is alleen effectief als sprake is van een erfelijke ziekte die door één gen wordt veroorzaakt. Er is (nog) geen bewijs dat een selectie op polygenetische eigenschappen of aandoeningen leidt tot een gezonder kind. Deels komt dit doordat de techniek nog niet zo lang bestaat, maar op basis van de genetica is te voorspellen dat het effect van zo’n selectie erg klein zal zijn.
Genetische loterij
En er zijn ook nadelen: een ivf traject is zwaar voor de vrouw, en niet zonder risico. De gezondheid van ivf kinderen lijkt in het algemeen goed, al zijn er wel wat negatieve effecten beschreven, zoals een iets hogere bloeddruk in de puberteit en een minder goede suikerhuishouding. En het is nog de vraag wat het betekent voor de kinderen om zo ‘geselecteerd’ te zijn. Het kan slecht zijn voor de verhouding tussen ouder en kind, als dat toch niet zo intelligent of gezond blijkt als verwacht.

CC BY 4.0,
Er is in een voorbeeld van hoe het mis kan gaan. Vivian Jenna Wilson is de trans-dochter van tech-biljonair Elon Musk. Vivian is verwekt via ivf, en zij stelt dat daarbij op geslacht is geselecteerd, omdat Musk vooral zonen wil. Haar besluit in transitie te gaan heeft de relatie met haar vader naar het zich laat aanzien onherstelbaar beschadigd: Musk heeft verklaard dat zijn kind dood is. Maar het is natuurlijk onmogelijk te weten of het anders was gelopen wanneer Vivian in transitie was gegaan terwijl ze via natuurlijke weg als jongen geboren was.
Ten slotte: ivf gebruiken als manier om de ‘best mogelijke’ kinderen te krijgen, is een vorm van maakbaarheidsdenken. Het is een poging om grip te krijgen op de genetische loterij die voortplanting uiteindelijk is. In de praktijk zal dat met de huidige stand van de genetische kennis nauwelijks effect hebben, terwijl de procedure wel grote verwachtingen wekt. En het is een vorm van wensdenken: door de beste omstandigheden te creëren komt er een beter kind. Dat is niet per se onjuist, maar het is de vraag of het in de praktijk ook leidt tot een gelukkiger kind. Een kind is uiteindelijk een individu met een eigen wil die – zie Vivian – soms lijnrecht in kan gaan tegen die van de ouders.
Meer weten over dit onderwerp? De afgelopen jaren heb ik een lezing ontwikkeld over de ethische vragen die moderne voortplantingstechnologieën oproepen, zoals het genetisch ‘repareren’ van embryo’s, en de opkomst van stamcel-modellen als alternatief voor het onderzoek naar de ontwikkeling van embryo’s.