Vorig jaar schreef ik voor het Nederlands dagblad een artikel over de risico’s van ruimtepuin – kapotte satellieten, resten van raketten enzovoorts. Er draait inmiddels zoveel puin in verschillende banen rond de aarde dat het een kwestie van tijd lijkt voordat er een fatale kettingreactie optreedt: een fragment dat een satelliet raakt, die dan in stukken valt die ook weer andere satellieten raken. Dit heet het Kesslersyndroom.
De Europese ruimtevaartorganisatie ESA publiceert inmiddels ieder jaar een rapport over de stand van zaken. Het ESA Space Environment Report 2024 is net verschenen. Daarin staat te lezen dat er in 2023 meer satellieten dan ooit tevoren zijn gelanceerd. In veel gevallen is er bij de lancering rekening mee gehouden dat de satelliet na de verwachte levensduur in de atmosfeer terugvalt en verbrandt. Maar er zijn ook een flink aantal satellieten waar dat niet voor geldt. Bovendien gebruiken veel landen nog lanceersystemen waarvan bekend is dat ze onderdelen in de ruimte achterlaten. De ESA heeft zelf overigens een ‘zero debris’ richtlijn voor lanceringen.
Er is, aldus ESA, een groeiende consensus dat de huidige (niet-bindende) richtlijnen strenger moeten worden. Want wanneer we doorgaan op deze voet is het te verwachten dat we ergens in de toekomst (het rapport spreekt van de komende eeuwen) het Kesslersyndroom werkelijkheid zien worden. Dan zou de communicatie op de hele wereld stil kunnen vallen.
Overigens ontwikkelen diverse instanties (zoals ESA) en commerciële bedrijven systemen om defecte satellieten uit de ruimte te halen, zoals het ClearSpace programma.